boomkluit

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  boomkluit    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • boom·kluit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord boomkluit boomkluiten
verkleinwoord boomkluitje boomkluitjes

Zelfstandig naamwoord

deboomkluitv/m

  1. het onderste deel van de stam van een boom en bet begin van de wortels van die boom
    • Een kerstboom met boomkluit kan soms overleven zodat je de boom volgend jaar weer kan gebruiken. 

Gangbaarheid

  • Het woord 'boomkluit' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.