boomleeuwerik

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  boomleeuwerik    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbomlewəˌrɪk/ (4 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˈbom.lɪː.β̞əˌrɪk/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˈbom.leː.β̞əˌrɪk/
Woordafbreking
  • boom·leeu·we·rik
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord boomleeuwerik boomleeuweriken
verkleinwoord boomleeuwerikje boomleeuwerikjes

Zelfstandig naamwoord

deboomleeuwerikm

  1. (zangvogels) een vogelsoort die inheems is in Nederland en België uit de familie Alaudidae, Lullula arborea 
    • Zag je die boomleeuwerik overvliegen? 
Hyperoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'boomleeuwerik' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.