boommiereneters

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  boommiereneters    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • boom·mie·ren·eters
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord boommiereneters
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deboommierenetersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord boommiereneter
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (miereneters) Tamandua  zoogdieren uit de familie miereneters (Myrmecophagidae). Er bestaan twee soorten boommiereneters, die voorkomen in de bossen van Latijns-Amerika
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)

Gangbaarheid

  • Het woord 'boommiereneters' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.