bopper

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bopper    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bop·per
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels
enkelvoud meervoud
naamwoord bopper boppers
verkleinwoord boppertje boppertjes

Zelfstandig naamwoord

debopperm

  1. (schoeisel) puntige schoen met dikke zolen
  2. (muziek) (dans) (beroep) iemand die bebop danst of speelt
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord bopper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
41 %van de Nederlanders;
23 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.