bosaap

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bosaap    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bos·aap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bosaap bosapen
verkleinwoord bosaapje bosaapjes

Zelfstandig naamwoord

debosaapm

  1. (dierkunde) een aap die in een bos woont
  2. (pejoratief) iemand die zich ongemanierd gedraagt; iemand met een verwilderd uiterlijk

Gangbaarheid

  • Het woord bosaap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.