bosbeheer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bosbeheer    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbɔzbəˌher/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • bos·be·heer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bosbeheer -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetbosbeheero

  1. het nemen van alle maatregelen die nodig zijn om een bos in stand te houden
  2. dienst die voornoemde functie vervult

Gangbaarheid

  • Het woord bosbeheer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.