bosschage

Niet te verwarren met: bossage

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bosschage    (hulp, bestand)
  • IPA: /bɔˈsaʒə/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • bos·scha·ge
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bosschage bosschages
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetbosschageo

  1. klein bos
Synoniemen

bosje

Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bosschage staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
56 %van de Nederlanders;
19 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.