bosscheur
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bosscheur (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bos·scheur
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bos en scheur [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bosscheur | bosscheuren |
verkleinwoord | bosscheurtje | bosscheurtjes |
Zelfstandig naamwoord
de bosscheur v / m
Gangbaarheid
- Het woord 'bosscheur' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.