boterboer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: boterboer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bo·ter·boer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van boter zn en boer zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boterboer | boterboeren |
verkleinwoord | boterboertje | boterboertjes |
Zelfstandig naamwoord
de boterboer m [1]
- een boer die zelf boter maakt of verkoopt
Gangbaarheid
- Het woord boterboer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.