bounce
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bounce (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bounce
- boun·ce (aanvoegende wijs)
Woordherkomst en -opbouw
- van het Engels
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bouncen |
bounce
Gangbaarheid
- Het woord bounce staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Engels
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to bounce |
he/she/it | bounces |
verleden tijd | bouncing |
voltooid deelwoord |
bounced |
onvoltooid deelwoord |
bouncing |
gebiedende wijs | bounce |
bounce
- stuiteren
- springen
- (informeel) opscheppen [2], pochen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.