bouncer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bouncer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- boun·cer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bouncer | bouncers |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de bouncer m
- iets dat terugkaatst, terugveert of terugspringt
- (sport) terugkaatsende bal
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord bouncer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Engels
Uitspraak
- Geluid: bouncer (AU) (hulp, bestand)
- IPA:
Woordafbreking
- boun·cer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud |
---|---|
bouncer | bouncers |
Zelfstandig naamwoord
bouncer
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.