boussole

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  boussole    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bous·so·le
Woordherkomst en -opbouw

uit het Frans [1]

enkelvoud meervoud
naamwoord boussole
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deboussolev

  1. kompas
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'boussole' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
17 %van de Nederlanders;
21 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.