bovendeur

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bovendeur    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bo·ven·deur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bovendeur bovendeuren
verkleinwoord bovendeurtje bovendeurtjes

Zelfstandig naamwoord

debovendeurv/m [1]

  1. de bovenste helft van een systeem van halve deuren
  2. deur boven aan de stoep bij herenhuizen
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord bovendeur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.