bovenkleed

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bovenkleed    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bo·ven·kleed
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bovenkleed bovenkleren
bovenklederen
verkleinwoord bovenkleedje bovenkleedjes

Zelfstandig naamwoord

hetbovenkleedo

  1. de buitenste laag kleren die men over de onderkleding aantrekt
     Net als in het vorige huis vlogen ze gehaast, zonder hun bovenkleren uit te doen, naar binnen en liepen in hun bontjassen, mutsen en viltlaarzen door naar de achtergelegen vertrekken.[2]
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord bovenkleed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.