boy

Niet te verwarren met: Boy

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  boy    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • boy
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘knaap’ voor het eerst aangetroffen in 1782 [1]
  • geleend uit het Engels
enkelvoud meervoud
naamwoord boy boys
verkleinwoord boytje boytjes

Zelfstandig naamwoord

deboym

  1. jongen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord boy staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
80 %van de Nederlanders;
78 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  boy (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA: /bɔɪ/
enkelvoud meervoud
boy boys

Zelfstandig naamwoord

boy

  1. jongen
    «I kissed a boy
    Ik zoende een jongen.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.