escortboy

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  escortboy    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɛskɔrdˌbɔj/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • es·cort·boy
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord escortboy escortboys
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deescortboym

  1. (beroep) jonge mannelijke sekswerker die zijn (vaak mannelijke) klanten thuis bezoekt of bij activiteiten vergezelt
     Het zou er niet beter op worden toen hij in American Gigolo (naar een scenario van Paul Schrader, die ook Taxi Driver schreef) als escortboy door de seksuele onderwereld van Los Angeles dwaalde.[2]
Hyperoniemen
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'escortboy' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. escortboy op website: Etymologiebank.nl
  2. Weblink bron
    Dana Linssen
    “Hèhè, hij hoeft niet meer knap te zijn” (12 maart 2008) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.