bramzeil

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bramzeil    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bram·zeil
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘vierkant zeil boven het marszeil’ voor het eerst aangetroffen in 1597 [1]
  • samenstelling van  bram ww  en  zeil zn  [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord bramzeil bramzeilen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetbramzeilo [3]

  1. (scheepvaart) vierkant zeil dat gevoerd wordt aan het derde stuk mast vanaf het dek gerekend, de bramsteng
Afgeleide begrippen
  • bramzeilsbak, bramzeilsgast

Gangbaarheid

  • Het woord bramzeil staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
44 %van de Nederlanders;
24 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.