brandwond

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  brandwond    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbrɑntwɔnt/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • brand·wond
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord brandwond brandwonden
verkleinwoord brandwondje brandwondjes

Zelfstandig naamwoord

debrandwondv/m

  1. (medisch) een wond veroorzaakt door een sterke oververhitting van de huid, gewoonlijk door blootstelling aan vuur
    • Zijn brandwonden waren zo ernstig dat hij spoedig overleed. 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord brandwond staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.