brassband

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  brassband    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • brass·band
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘band van blaasinstrumenten en drums’ voor het eerst aangetroffen in 1984 [1]
  • samenstelling van  brass  en  band  [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord brassband brassbands
verkleinwoord brassbandje brassbandjes

Zelfstandig naamwoord

debrassbandm

  1. (muziek) een orkestvorm waarin alleen koperen blaasinstrumenten worden gebruikt
    • De brassband gaf een geweldig concert. 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord brassband staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
82 %van de Nederlanders;
75 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.