brems

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  brems    (hulp, bestand)
  • IPA: /brɛms/ (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • brems
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord brems bremzen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

debremsv/m

  1. (tweevleugeligen) benaming voor grote, bloedzuigende vliegen uit de familie Tabanidae 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord brems staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
40 %van de Nederlanders;
33 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.