broedplaats
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: broedplaats (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbrutplats / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- broed·plaats
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van broed ww en plaats [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | broedplaats | broedplaatsen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de broedplaats v / m
- plaats waar vogels of reptielen broeden
- plaats waar nieuwe ideeën ontstaan
- ▸ Een party waar de voltallige jetset van de badplaats aanwezig was. Broedplaats voor netwerken en het betere sociale smeerwerk.[2]
Hyponiemen
- bedrijvenbroedplaats
Afgeleide begrippen
- broedplaatsenbeleid
Gangbaarheid
- Het woord broedplaats staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "broedplaats" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.