broekband
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: broekband (hulp, bestand)
Woordafbreking
- broek·band
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van broek zn en band zn [1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | broekband | broekbanden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de broekband m
- band waarmee je een broek stevig om heup of middel kunt binden zodat de broek niet afzakt; tailleband bovenaan de broek
- ▸ Officier van justitie Kroon gaat niet mee in het pleidooi van de advocaat. Hij wijst erop dat de verdachte bij zijn arrestatie een half doorgeladen pistool in zijn broekband droeg. Bovendien wekte hij de suggestie naar zijn pistool te willen grijpen. "U mag blij zijn dat niemand een gaatje in uw voorhoofd heeft geschoten", zei Kroon vandaag in de zitting.[3]
Synoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord broekband staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ broekband op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “'Toetsenbordenheld' vindt advocaat, maar Openbaar Ministerie ziet terrorist in bedreiger” (22-02-2021), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.