broekklem

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  broekklem    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • broek·klem
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord broekklem broekklemmen
verkleinwoord broekklemmetje broekklemmetjes

Zelfstandig naamwoord

debroekklemv/m [1]

  1. (huishouden) klem die ervoor zorgt dat de vouw in een broek wordt behouden
  2. voorziening die voorkomt dat een broekspijp tussen de ketting en het voortandwiel van een fiets kan raken
     Taxi's, bestelbusjes, jongeren met e-sigaretten, mannen met een broekklem rond hun been.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord broekklem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.