broodzak

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  broodzak    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbrotsɑk/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • brood·zak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord broodzak broodzakken
verkleinwoord broodzakje broodzakjes

Zelfstandig naamwoord

debroodzakm

  1. zak om brood in te doen

Gangbaarheid

  • Het woord broodzak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.