brugperiode

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  brugperiode    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • brug·pe·ri·o·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord brugperiode brugperioden
brugperiodes
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

debrugperiodev [1]

  1. tijdperk tussen twee niet aansluitende toestanden
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord brugperiode staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.