bruinig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bruinig    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbrœynəx/ (2 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˈbrœʏnəχ/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˈbrœːnəx/
    • (Limburg): /ˈbrœːnɪx/
Woordafbreking
  • brui·nig
Woordherkomst en -opbouw
  • Afleiding van bruin met het achtervoegsel -ig.
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen bruinigbruinigerbruinigst
verbogen bruinigebruinigerebruinigste
partitief bruinigsbruinigers-

Bijvoeglijk naamwoord

bruinig

  1. een beetje bruin
    • Na zijn val op het pad had zijn gezicht iets bruinigs. 
  2. op bruin lijkend
    • Dit paars is bijna bruinig. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bruinig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
92 %van de Nederlanders;
85 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.