bruinoog

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bruinoog    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bruin·oog
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bruinoog bruinogen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetbruinoogo

  1. iemand met bruine ogen

Gangbaarheid

  • Het woord 'bruinoog' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
82 %van de Nederlanders;
78 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.