bruinzwart
Nederlands
bruinzwart
Uitspraak
- Geluid: bruinzwart (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbrœynzwɑrt / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- bruin·zwart
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bruin bn en zwart bn [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | bruinzwart | bruinzwarter | bruinzwartst |
verbogen | bruinzwarte | bruinzwartere | bruinzwartste |
partitief | bruinzwarts | bruinzwarters | - |
Bijvoeglijk naamwoord
bruinzwart
- (kleur) uiterst donkere tint met een geelrode zweem
- ▸ De vogel is overwegend bruinzwart. Zijn kop is kaal, maar op zijn nek staan juist lange veren die een brede kraag vormen, als de capuchon van een monnik. Daar komt ook de naam van het dier vandaan.[2]
Synoniemen
Verwante begrippen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bruinzwart | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het bruinzwart o
- geen meervoud (kleur) in een uiterst donkere tint met een geelrode zweem
Gangbaarheid
- Het woord bruinzwart staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Vogelaars massaal op pad om zeldzame roofvogel bij Hellendoorn te zien” (25 mei 2019), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.