buitenspeelster

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  buitenspeelster    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bui·ten·speel·ster
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord buitenspeelster buitenspeelsters
verkleinwoord buitenspeelstertje buitenspeelstertjes

Zelfstandig naamwoord

debuitenspeelsterv

  1. (sport) vrouw die aan de randen van het speelveld staat opgesteld
     De snelle buitenspeelster is ziek en heeft het trainingskamp verlaten, meldt de KNVB. "Ze heeft geen Covid, maar is helaas niet in staat om in actie te komen", luidt de mededeling.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'buitenspeelster' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Kritiek om lachende Mbappé en Galtier” (Dinsdag 6 september 2022, 17:40), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.