buitenweg

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  buitenweg    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bui·ten·weg
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord buitenweg buitenwegen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

debuitenwegm

  1. (verkeer) een weg buiten de bebouwde kom
    • Ik reed met mijn fiets over een stille buitenweg. 

Gangbaarheid

  • Het woord buitenweg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.