bundokvliegenvanger

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bundokvliegenvanger    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • bun·dok·vlie·gen·van·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bundokvliegenvanger bundokvliegenvangers
verkleinwoord bundokvliegenvangertje bundokvliegenvangertjes

Zelfstandig naamwoord

debundokvliegenvangerm

  1. (zangvogels) Ficedula luzoniensis  een zangvogel uit de familie van vliegenvangers (Muscicapidae). Deze soort is endemisch op de Filipijnen
Hyperoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'bundokvliegenvanger' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.