vliegenvangers

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vliegenvangers    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • vlie·gen·van·gers
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vliegenvangers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

devliegenvangersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord vliegenvanger
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (zangvogels) Muscicapidae  een grote familie van zangvogels uit de superfamilie Muscicapoidea 
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord vliegenvangers staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.