bureau-uur
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bureau-uur (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbyroˌʔyr / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- bu·reau-uur
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bureau zn en uur zn , geschreven met een koppelteken volgens spellingregel 7.A
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bureau-uur | bureau-uren |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het bureau-uur o
- eenheid voor de werktijd die een dienstverlenend kantoor aan een opdrachtgever in rekening brengt door ze met een standaardtarief te vermenigvuldigen
- ▸ Vijfentwintig procent van de beschikbare bureau-uren stoppen in het opstellen van een programma van eisen heeft van de architecten naar de opdrachtgever toe veel overtuigingskracht gevraagd. Nu ligt er een draaiboek waarmee Rotterdam de boer op kan.[1]
- (verouderd) tijd gedurende de dag waarop er op een kantoor wordt gewerkt, het personeel aanwezig hoort te zijn en kan worden benaderd met vragen of verzoeken
- ▸ ⧖ Midden op een morgen kwam ik Jodocus tegen. Ik verwonderde mij daar niet te veel over, gewend als ik was aan zijn denkbeelden omtrent den tijd waarop een bureau-uur aanvangt.[2]
Synoniemen
- [2] kantooruren
Gangbaarheid
- Het woord bureau-uur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Hein Doeksen“Bouwplan Walradarpost Rotterdam” (1 maart 1985) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron In en om Den Haag. in: Haagsche Courant , jrg. (4 juni 1917), A. Sijthoff jr., 's-Gravenhage, p. 5 kol. 3
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.