burgerplicht

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  burgerplicht    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbʏrɣərˌplɪxt/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • bur·ger·plicht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord burgerplicht burgerplichten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deburgerplichtv/m

  1. plicht van een burger t.o.v. zijn medemens of maatschappij waartoe hij behoort

Gangbaarheid

  • Het woord burgerplicht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.