busk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  busk    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • busk

Werkwoord

vervoeging van
busken

busk

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van busken
    • Ik busk. 
  2. gebiedende wijs van busken
    • Busk! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van busken
    • Busk je? 

Gangbaarheid

  • Het woord busk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Engels

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
busk busks

Zelfstandig naamwoord

busk

  1. (kleding) balein
  2. (kleding) korset
vervoeging
onbepaalde wijs to  busk 
he/she/it  busks 
verleden tijd  busked 
voltooid
deelwoord
 busked 
onvoltooid
deelwoord
 busking 
gebiedende wijs  busk 

Werkwoord

[A] busk

  1. onovergankelijk in het openbaar aan geld proberen te komen door muziek te maken e.d.; als straatmuzikant optreden, foekeren
  2. overgankelijk, (verouderd) verkopen (m.n. van obscure/obscene zaken)

[B] busk

  1. overgankelijk (vnl. in het noorden van Engeland en Schotland) gereedmaken, klaarmaken, zich voorbereiden
  2. overgankelijk, (kleding) zich kleden
  3. overgankelijk, onovergankelijk ergens heen gaan

Verwijzingen

  1. busk (n.), Online Etymology Dictionary
  2. busk (v.), Online Etymology Dictionary
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.