butikk

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / bʉˈtik /
Woordafbreking
  • bu·tikk
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Franse woord  boutique zn , dat van het Griekse woord ἀποθήκη (apothēkē; "voorraad") komt
Naar frequentie 3117
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   butikk     butikken     butikker     butikkene  
genitief   butikks     butikkens     butikkers     butikkenes  

Zelfstandig naamwoord

butikk, m

  1. (handel) shop, winkel, zaak
Afgeleide begrippen


Nynorsk

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / bʉˈtik /
Woordafbreking
  • bu·tikk
Woordherkomst en -opbouw
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   butikk     butikken     butikkar     butikkane  

Zelfstandig naamwoord

butikk, m

  1. (handel) shop, winkel, zaak
Afgeleide begrippen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.