buurtsuper
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: buurtsuper (hulp, bestand)
Woordafbreking
- buurt·su·per
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van buurt zn en super zn
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | buurtsuper | buurtsupers |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de buurtsuper m
- (handel) (kleine) supermarkt die haar klanten vooral in één bepaalde wijk heeft
- ▸ De inwoners van Bergamo zitten verplicht thuis. "We zijn volledig geïsoleerd", zegt de Nederlandse Edith de Vries. Alleen voor boodschappen in de buurtsuper mag ze één keer per week naar buiten.[1]
- ▸ Wat zouden ze meer vrezen: het coronavirus of honger?: De meeste lezers hoeven zich deze vraag, net als ik, niet serieus te stellen. We blijven in ons eigen, veilige huis, houden afstand bij de buurtsuper en wassen bij thuiskomst netjes onze handen.[2]
Synoniemen
- buurtsupermakt, buurtwinkel, wijkwinkel
Gangbaarheid
- Het woord buurtsuper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Waarschuwing uit epicentrum Bergamo: 'Nederland reageert veel te traag'” (14-03-2020), NOS
- ↑ Weblink bron Aletta André“Lockdown India: terwijl de ene ramp wordt afgewend, voltrekt zich een andere” (05-04-2020), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.