buurtweg
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: buurtweg (hulp, bestand)
Woordafbreking
- buurt·weg
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van buurt zn en weg zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | buurtweg | buurtwegen |
verkleinwoord | buurtwegje buurtweggetje |
buurtwegjes buurtweggetjes |
Zelfstandig naamwoord
de buurtweg m
- kleine openbare weg
- ▸ Grimbergen en omliggende Vlaamse gemeenten vrezen dat het nieuwe stadion veel verkeersdruk met zich meebrengt. Gisteravond besloot de gemeente Grimbergen daarom een buurtweg die over de bouwsite loopt, in stand te houden. Daardoor kan er voorlopig niet gebouwd worden.[2]
- ▸ De automobilist bleef ongedeerd. De auto raakte bij het ongeval licht beschadigd. De buurtweg was enige tijd afgesloten voor auto's. Fietsers konden wel passeren.[3]
Gangbaarheid
- Het woord buurtweg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Joris van Poppel“Brussel mogelijk geen speelstad EK2020 vanwege 'annexatie'” (Vrijdag 27 januari 2017, 21:44), NOS
- ↑ Weblink bron “Scooter botst op auto in Uddel, scooterrijder naar het ziekenhuis” (Marijn Joop 02-08-22, 18:17 Laatste update: 02-08-22, 21:49), Tubantia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.