bygning

Deens

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈbygneŋ /
Woordafbreking
  • byg·ning
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Deense woord  bygge ww  met het achtervoegsel -ning
Naar frequentie 2220
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   bygning     bygningen     bygninger     bygningerne  
genitief   bygnings     bygningens     bygningers     bygningernes  

Zelfstandig naamwoord

bygning, g

  1. (bouwkunde) gebouw

Verwijzingen


    Noors

    Uitspraak
    • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
    • IPA: / ˈbygnɪŋ /
    Woordafbreking
    • byg·ning
    Woordherkomst en -opbouw
    • Afkomstig van het Noorse woord  bygge ww  met het achtervoegsel -ning
    Naar frequentie 4020
      enkelvoud meervoud
    onbepaald bepaald onbepaald bepaald
    nominatief   bygning     m: bygningen
    v: bygninga  
      bygninger     bygningene  
    genitief   bygnings     m: bygningens
    v: bygningas  
      bygningers     bygningenes  

    Zelfstandig naamwoord

    bygning, m / v

    1. (bouwkunde) gebouw
      «Men først må planene altså godkjennes og dagens bygning rives.»
      Maar eerst moeten de plannen worden goedgekeurd en het huidige gebouw worden gesloopt.
    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.