candy

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  candy (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈkændi/
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
candy candies

Zelfstandig naamwoord

candy

  1. snoep, snoepgoed
  2. snoepje
Afgeleide begrippen
  • candy cane, candyman, candy stick
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.