carbol

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  carbol    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • car·bol
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘ontsmettingsmiddel’ voor het eerst aangetroffen in 1898 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord carbol -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

carbol m / o [3]

  1. (scheikunde) (medisch) een ontsmettingsmiddel
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord carbol staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
47 %van de Nederlanders;
35 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.