causaal

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  causaal    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • cau·saal
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘oorzakelijk’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
  • afgeleid van het Latijnse causa (oorzaak, reden) met het achtervoegsel -aal [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen causaalcausalercausaalst
verbogen causalecausalerecausaalste
partitief causaalscausalers-

Bijvoeglijk naamwoord

causaal

  1. oorzakelijk
    • Jullie moeten in de tekst naar een causaal verband zoeken. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord causaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
90 %van de Nederlanders;
88 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.