cederboom
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: cederboom (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ce·der·boom
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van ceder zn en boom zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | cederboom | cederbomen |
verkleinwoord | cederboompje | cederboompjes |
Zelfstandig naamwoord
- (coniferen) een boom uit het geslacht Cedrus dat behoort tot de dennenfamilie
Gangbaarheid
- Het woord cederboom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.