centrumplan

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  centrumplan    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • cen·trum·plan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord centrumplan centrumplannen
verkleinwoord centrumplannetje centrumplannetjes

Zelfstandig naamwoord

hetcentrumplano

  1. voornemens die men heeft met het verbeteren van het centrum van een stad of dorp
     De aardbevingsbestendige supermarkt is onderdeel van het Centrumplan Loppersum, een grootscheepse opknapbeurt van het dorpscentrum. In de supermarkt zitten ook een brasserie en een slijterij.[1]
     In het 'gewone Nederland' maken mensen zich druk om andere zaken. Toen de gemeente Schiedam een rij bomen wilde kappen, zat de raadszaal bomvol bezorgde burgers. Het plan ging van tafel. Inwoners van Bergen (NH) lopen te hoop tegen het nieuwe centrumplan en de aanleg van een nieuw voetbalcomplex. In Deurne wordt geklaagd over de stank van de intensieve veehouderij.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord centrumplan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Eerste aardbevingsbestendige supermarkt van Nederland” (Woensdag 18 november 2015, 08:55), NOS
  2. Weblink bron “'Het identiteitsdebat speelt nauwelijks buiten de Randstad'” (Dinsdag 20 maart 2018, 14:37), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.