chœur

Niet te verwarren met: cœur

Frans

Uitspraak
  • Geluid:  chœur    (hulp, bestand)
  • IPA: /kœʁ/
Woordherkomst en -opbouw
  • Ontwikkeld uit Oudfrans cuer (uit Volkslatijn chorus), aangetroffen vanaf de 12 eeuw. [1]
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  chœur     le chœur     chœurs     les chœurs  

Zelfstandig naamwoord

chœur m

  1. koor, zangkoor
  2. koor (ruimte van een kerk)
Gelijkklinkende woorden

Verwijzingen

  1. Weblink bron chœur in: Dictionnaire de l’Académie française, 9e édition op dictionnaire-academie.fr
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.