chansonnier

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  chansonnier    (hulp, bestand)
  • IPA: /ʃɑ̃sɔ̃ˈnje/, /ʃɑnsɔ̃ˈnje/
Woordafbreking
  • chan·son·nier
enkelvoud meervoud
naamwoord chansonnier chansonniers
verkleinwoord chansonniertje chansonniertjes

Zelfstandig naamwoord

dechansonnierm

  1. (beroep), (muziek) zanger van chansons
    • Jacques Brel was vooral succesvol als chansonnier. 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord chansonnier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
81 %van de Nederlanders;
87 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Frans

Woordafbreking
  • chan·son·nier
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  chansonnier     le chansonnier     chansonniers     les chansonniers  

Zelfstandig naamwoord

chansonnier m

  1. (beroep), (muziek) chansonnier, liedjeszanger
  2. (letterkunde), (muziek) liedboek
  3. (beroep), (kunst) cabaretier, conferencier
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.