chasser
Frans
Uitspraak
- Geluid: chasser (hulp, bestand)
- IPA:
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
chasser |
chassais |
chassé |
eerste groep | volledig |
Werkwoord
chasser
- onovergankelijk jagen
- overgankelijk verjagen
- overgankelijk jacht maken op
- overgankelijk verdrijven
- onovergankelijk, (transport) slippen [2]
- overgankelijk, (scheepvaart) krabben [2]
- onpersoonlijk, (Belgisch Frans) tochten
Verwante begrippen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.