chipmaker

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  chipmaker    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈtʃɪpmakər/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • chip·ma·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord chipmaker chipmakers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dechipmakerm

  1. (bedrijf) onderneming die microprocessoren maakt
     Toen de hack bekend werd, zijn de systemen zo snel mogelijk van de buitenwereld afgesloten om de schade te beperken, zegt de chipmaker. Met cybersecurity-experts wordt de hack verder onderzocht. Daarnaast heeft Nexperia het incident gemeld bij de politie en de Autoriteit Persoonsgegevens. Nexperia zit in Nijmegen, maar is sinds 2019 in handen van een Chinees bedrijf.[1]
     De top van de beursgenoteerde bedrijven wordt gedomineerd door de techsector. En juist daar is het nu onrustig. Dat wordt onder meer veroorzaakt door slechte kwartaalcijfers van Intel - een belangrijke klant van ASML - en door het uitstel van een nieuwe chip van chipmaker Nvidia. Ook verkocht de toonaangevende belegger Warren Buffett eind vorige week de helft van al zijn Apple-aandelen.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord chipmaker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Chipmaker Nexperia uit Nijmegen gehackt” (12 april 2024), NOS
  2. Weblink bron “Onrust op de beurzen: wat is er aan de hand?” (5 augustus 2024), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.