christ

Niet te verwarren met: Christ

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  christ    (hulp, bestand)
  • IPA: /krɪst/ (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • christ
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord christ -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dechristm

  1. (religie) (verouderd) aanhanger van het geloof in Jezus Christus
Synoniemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'christ' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.