cijferaar

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  cijferaar    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • cij·fe·raar
Woordherkomst en -opbouw

Naamwoord van handeling van cijferen met het achtervoegsel -aar

enkelvoud meervoud
naamwoord cijferaar cijferaars
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

decijferaarm

  1. (beroep) iemand rekent
    •  
  2. calculerende burger
Synoniemen
  1. wiskundige

Gangbaarheid

  • Het woord cijferaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
86 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.